Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook [34]bouwde hij de wanden van het huis van binnen met cederen [35]planken; van den vloer des huizes [36]tot aan het dak der wanden, beschoot hij ze van binnen met hout; en overdekte den vloer van [37]het huis met dennen planken. 34. Dat is, hij beschoot de wanden met cederen planken enz. alzo in vs.16. 35. Hebreeuws, zijden; en zo in het volgende. 36. Hebreeuws, tot aan de wanden van het dak; dat is, tot aan het opperste deel des muurs, waarop het dak rust. 37. Versta dit niet van het innerste deel des huizes, maar van het voorste, genaamd het heilige.